“In september 1984 ontdekte de Britse geneticus Alec Jeffreys dat er in ons DNA plekken zijn die van persoon tot persoon sterk verschillen. Die ontdekking van het ‘DNA-profiel’ zette het misdaad- en identificatieonderzoek volledig op zijn kop. De ontwikkeling die het forensisch DNA-onderzoek daarna doormaakte is indrukwekkend – het is moeilijk voorstelbaar dat nog geen dertig jaar geleden DNA pas voor het eerst werd gebruikt om een misdrijf op te lossen. Lex Meulenbroek en Paul Poley hebben die stormachtige ontwikkeling in kaart gebracht, met name aan de hand van geruchtmakende misdrijven zoals de moorden op Andrea Luten, Arthur Ghurahoo, Willem Endstra, het Rozenmeisje en Marianne Vaatstra – zaken die telkens een verdere stap in het DNA-onderzoek markeren. Via persoonlijke verhalen van nabestaanden, politiefunctionarissen, DNA-deskundigen, officieren van justitie, advocaten, rechters en andere betrokkenen laten ze zien hoe het DNA-profiel steeds weer én steeds meer een cruciale rol speelt bij het oplossen van zaken. De verhalen zijn niet alleen zeer informatief, maar vaak ook ronduit aangrijpend. Kroongetuige DNA is een meeslepend boek, dat een unieke inkijk biedt in de wereld van het forensisch DNA-onderzoek in Nederland.”